Ozonlaag

De atmosfeer (dampkring) bestaat uit de troposfeer en de stratosfeer. De troposfeer is de atmosfeer tot 12 kilometer hoogte en de stratosfeer is de atmosfeer van 12 kilometer tot 50 kilometer hoogte. Ozon is een gas dat uit zuurstof kan ontstaan. De ozonlaag is een laag in de stratosfeer met veel ozon. De ozonlaag houdt een groot deel van de schadelijke ultraviolette straling van het zonlicht tegen. Door het gebruik van stoffen die de ozonlaag afbreken, zoals cfk’s, is ozonlaag in de periode 1980-2010 dunner geworden. De afkorting cfk staat voor chloorfluorkoolwaterstof. Deze stoffen werden onder andere gebruikt als drijfgas in spuitbussen en als koelmiddel in koel- en vrieskasten. Het gevolg van de aantasting van de ozonlaag is dat er een toename van huidkanker is, doordat meer ultraviolette straling doordringt tot de aarde.

Smog

Rook en uitlaatgassen kunnen smog en verzuring veroorzaken. Smog is een soort mist die door rook en uitlaatgassen sterk vervuild is. Er wordt een onderscheid gemaakt tussen zomersmog en wintersmog. Zomersmog is een met fijnstof, verzurende gas en ozon vervuilde mist. De oorzaak van zomersmog is dat er bij warm weer verbrandingsproducten van fossiele brandstoffen onder invloed van zonlicht met elkaar reageren, waarbij ozon ontstaat. Er zijn twee gevolgen van zomersmog de eerste is dat irritatie van de slijmvliezen van de luchtwegen kan komen, en de tweede is dat de ozon in zomersmog het broeikaseffect versterkt. Wintersmog is een met fijnstof vervuilde mist. De oorzaak van wintersmog is dat bij koud weer huizen en gebouwen verwarmd worden van fossiele brandstoffen, waarbij fijnstof ontstaat.

Fijnstof en verzuring

Fijnstof bestaat uit in de lucht zwevende deeltjes van verschillende oorsprong en grootte. Bronnen van fijnstof zijn: de natuur en menselijke activiteiten zoals:  verkeer, industrie, uitlaatgassen, houtkachels, barbecues en vuurwerk. Het gevolg van fijnstof is dat het bijdraagt aan hart- en vaatziekten en longziekten. De kleinste deeltjes zijn hierbij schadelijker, doordat ze dieper in de longen doordringen. Verzuring van het milieu ontstaat door verbranding van fossiele brandstoffen. De gevolgen daarvan zijn dat planten ziek worden en dood gaan.

Maatregelen voor schone lucht

In de jaren negentig van de vorige eeuw heeft de overheid maatregelen genomen voor een schonere lucht. Die maatregelen zijn dat: auto’s worden voorzien van katalysatoren, waardoor er minder verzurende gassen in de lucht komen. Rookgassen van fabrieken  worden gezuiverd, waardoor er minder fijnstof in de lucht komt. Ook in de pluimveehouderij wordt fijnstof uit de lucht gehaald door waterwassers.